Wandelen in de warmte: tips voor onderweg

Lekker ’s zomers wandelen! Maar wat is het me dan toch warm! Je zweet op plekken waarvan je niet wist dat je er kon zweten en je moet nog een heel eind. Hoe maak je je bergtocht toch nog een beetje aangenaam?

Vertrek vroeg

Bergwandelaars gaan vaak vroeg op pad. En dat doen ze niet voor niets. Tussen twaalf en drie uur ’s middags staat de zon op het hoogste punt. Dat betekent dat de zon in die periode het hardste op je huid brandt. Daar is vaak niet of nauwelijks tegenop te smeren. Dit is ook de periode op de dag waarin de wereld om je heen het meest opwarmt. Dat betekent dat je in die periode van de dag eerder verbrandt, maar ook dat het vanaf dat moment écht warm wordt. Het liefst heb je voor die tijd al zo veel mogelijk afstand afgelegd. Dan hoef je minder af te zien in de hitte. Maar afhankelijk van je tekst is het nog veiliger ook. Als je een gletstjertocht maakt, is het ijs voor de hitte natuurlijk steviger. Maar ook als je niet het ijs en de sneeuw in gaat, is het op zulke dagen veiliger om vroeg op pad te gaan. Later in de middag is de kans op onweer groot.

Rustig aan!

Doe rustig aan, verlaag je tempo en las een extra pauze in om even uit te puffen en wat verkoeling te zoeken. Daar kun je tijdens het plannen van je tocht al rekening mee houden. Maar ook als je dat niet hebt gedaan: haastige spoed is zelden goed!

Geen nieuwtjes, vakantietips of winacties meer missen? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief, of volg ons op Facebook

Smeren, zonnebril, lichte kleding

Bescherm je lichaam tegen de hitte. Zet een pet op, dat beschermt je hoofd tegen de hitte, een zonnebril met een goed UV-filter beschermt je ogen tegen het felle zonlicht en bedek je lichaam met lichte en luchtige kleding. Zorg er daarbij voor dat plekken die kunnen gaan schuren (bovenbenen, hengsels van je rugzak) bedekt zijn. En smeer je natuurlijk goed in.

Eet lichte maaltijden

Als je lichaam voedsel verteert, produceert je lichaam warmte. En hoe meer je te verteren hebt, hoe meer warmte je lichaam opwekt. Eet dus niet te veel en niet te zware kost, want daarvan krijg je het alleen maar nóg warmer.

Drink!

Als je zo veel zweet, moet je al dat vocht wel aanvullen. Want juist als je je inspant onder warme omstandigheden heeft je lichaam juist meer vocht nodig dan normaal. Wees dus niet bang om meer te drinken dan thuis, je lichaam heeft het echt nodig. Neem dus ruim voldoende water mee en vul je watervoorraad als het kan weer aan. Een alternatief voor water, zijn isotone sportdranken, daarmee kun je ook je mineralen aanvullen. Let er wel op dat die sportdrankjes niet heel erg zoet zijn. Je lichaam heeft namelijk vocht nodig om al die suiikers af te voeren, van zoete drankjes krijg je dus méér dorst! Hetzelfde geldt voor ijskoud drinken. Hoewel dat lijkt, is het verstandiger om juist wat lauwer water te drinken. Als je ijskoud water drinkt, reageert je lichaam daarop door op te warmen en zo de kou te verdrijven. Met andere woorden: van al dat koude spul krijg je het juist nóg warmer. 

Eet een beetje zout

Die mineralen zijn heel belangrijk, en dan met name zout. Als je te weinig natrium (zout) in je bloed hebt, wordt je eerder moe en krijg je eerder last van kramp. Isotone sportdrank, wat chips of een stuk worst helpen je zoutbalans te herstellen. Een licht bouillonnetje kan ook, maar dan moet je maar net trek hebben in iets warms.  

Hou elkaar in de gaten

Elk lichaam reageert anders op hitte en inspanning. Terwijl de een nog maar nauwelijks is opgewarmd, gutst bij de ander het zweet al van het lichaam. Hou elkaar daarom een beetje in de gaten: is je gezelschap niet flink aan het verbranden of oververhit aan het raken? Grijp in als dat moet! Uitdroging, of een zonnesteek kunnen nare gevolgen hebben.